Circe, schooltuinjuf op de maandag, schrijft over APRIL:
We hebben gezaaid, maar door de warmte is de kleigrond keihard. Met gieters maken we de grond nat, los en kluiten fijn. Kiemplantjes nemen de tijd en hebben na de eerste regenbuitjes de kans door te breken.
-
- radijsjes
-
- naaambordjes en eenzame fietser
-
- grappige steen
JUNI:
In de vroege ochtend schieten hazen over het veld, zo groot dat het wel kleine reeën lijken. We zetten gereedschap en plantjes klaar en checken de tonnen om gieters te kunnen vullen met water. Vandaag is dat niet echt nodig, want het regent al de hele week behoorlijk stevig.
Het weer zorgt er voor dat het onkruid ineens massaal is opgekomen: de moestuintjes zijn een bush bush dus. Wie mooi op rij heeft gezaaid + stokjes heeft gezet, kan nu goed alles terugvinden en onkruid van groenten onderscheiden. De anderen ….. moeten op zoek, zich een weg wieden naar de gewassen die we hebben gekozen om hier te willen hebben.
De kinderen komen klas na klas wieden, zaaien, planten en oogsten in hun eigen tuintje. Ondertussen worden er allerlei beestjes ontdekt en bewonderd en besproken: “vriendje van mijn tuin of wegbrengen naar elders?!”
Aan het eind van de dag wordt alle gereedschap schoon gemaakt en dan terug naar school / huis. Zodra de rust is weergekeerd in de schoolmoestuintjes genieten we nog even na op het bankje met een bak koffie. Voor ons strijken allerlei vogels neer: musjes groenlingen puttertjes duiven merels eksters en over ons hoof vliegen een blauwe reiger en nijlganzen.
-
- Meester Pieter maakt gat voor de vogelverschrikker
-
- Meester Clemens deelt plantjes uit
-
- wel erg véél goudsbloemen!
-
- die klei plakt aan je schoenen
-
- sjalot, en een worm cadeau
-
- Pipi Langkous
20 JUNI
Bij de Muze hebben ze heel veel + veel soorten pissebedden gevonden. En bij het Meander rende er een enorme kever door de tuin en elders vond een meisje de vleugels van een libelle. Dat is leuk, want als jullie allemaal weer weg zijn, zit ik vaak nog even met Greet op het bankje naast de gereedschap schuurtje. Dan komen er in de teruggekeerde rust allerlei vogeltjes langs. Ook insecteneters. Sommige vogeltjes zijn enorm behendig en snel. Die jagen libellen achterna en vangen ze in de lucht. Alleen zijn de vleugeltjes niet lekker, die laten ze liggen. Het meisje dat 2 (wauw) vleugeltjes vond gaat ze in haar Wielewaalwerkboekje plakken. We hebben ook een metallic blauw elzenhaantje gezien (de grote broer van de aardvlo). De aardvlo is de deugniet die al die gaatjes in de radijzenblaadjes at.
-
- De Meander maakt een vogelverschrikker
-
- ‘groeizaam weer’ (warm en vochtig) = veel onkruid, maar ook veel mooie goudsbloemen
-
- goede uien-oogst!
-
- we zoeken de aarvlo
-
- en vinden veel pissebedden
-
- Vogelverschrikker houdt de wacht
